Wilde rozen staan ook bekend als botanische rozen of niet-veredelde rozen. Het zijn in de natuur voorkomende rozen, die niet door mensenhanden zijn gekweekt. Eigenlijk zijn het de voorlopers van onze tuinrozen. Ze komen enkel voor in het noordelijk halfrond tussen de 20e breedtegraad en de Poolcirkel.
Veel wilde rozen hebben een enkelvoudige bloemvorm met slechts 5 bloemblaadjes maar er bestaan ook ingewikkelder  halfgevulde en gevulde vormen.  De groeivorm varieert ook sterk van dwergvormen naar grote rozenstruiken, die 10 m of groter kunnen worden. Wilde rozen maken vaak bossige  planten en de bloemen zijn het mooist als ze helemaal open zijn.  Ze hebben dunnere bloembladen, die meestal niet zo goed tegen regen kunnen. 
De Belgische kweker Louis Lens wordt vooral herinnerd om zijn waardevolle werk met wilde rozen. Tegen het einde van zijn leven was Lens bezeten van de schoonheid van wilde rozen en wilde hij er herbloeiers van maken.